Het onderwijs.

Groep 1-2 (onderbouw)

In de onderbouw wordt er gewerkt in heterogene groepen. Dit wil zeggen dat leerlingen van verschillende leeftijden met elkaar in één groep zitten. Vier-, vijf- en zesjarigen leren met elkaar en van elkaar. De oudste leerlingen ontwikkelen verantwoordelijkheid te nemen voor een jongere klasgenoot. Het is mooi wanneer je ziet dat een oudste kleuter een instromende leerling van vier jaar op zijn gemak probeert te stellen en bij de hand neemt.
Het onderwijs in de onderbouw wordt thematisch aangeboden. De leerlingen bereiken spelenderwijs de leerdoelen.  De ontwikkeling van de leerlingen worden nauwgezet gevolgd en vastgelegd in een  ontwikkelvolgsysteem dat bij het Digikeuzebord hoort. In alle kleutergroepen werken we met de leerlijnen en leerdoelen van het SLO en gebruiken we Kleuterplein, de CPS map fonemisch bewustzijn en Met Sprongen Vooruit (rekenen).   
We beperken de toetsen voor kleuters tot een minimum. De voorspellende waarde van sommige toetsen is namelijk gering. Leerlingen van deze leeftijd ontwikkelen zich vaak nog sprongsgewijs. De toetsen worden gebruikt als een instrument om de observaties van de leerkracht te bevestigen, grote hiaten te onderkennen en een vervolgtraject op te stellen. Op dit moment krijgen de leerlingen van groep 1 in april de rijmtoets en de leerlingen in groep 2 de toets auditieve synthese en analyse.


 

Groep 3 t/m 8 (midden- en bovenbouw)

Vanaf groep 3 zijn de groepen homogeen van samenstelling. Dit wil zeggen dat leerlingen van ongeveer dezelfde leeftijd bij elkaar in de groep zitten.
Vanaf groep 3 worden er lesmethoden ingezet. Een lesmethode bestaat uit een verzameling lesboeken, opdrachtenboeken, werkboeken en –schriften en toetsen. De Franciscusschool beschikt voor de basisvaardigheden lezen, spellen, schrijven en rekenen over de nieuwste methodes.
De leerstof wordt middels instructie op drie niveaus aangeboden. De leerkracht legt uit en oefent samen met alle leerlingen de leerstof in. Hierna geeft hij een verwerkingsopdracht en loopt door de klas om directe feedback te geven om fout inslijpen te voorkomen. Aan de risicoleerlingen geeft de leerkracht extra aandacht en instructie aan de instructietafel. Voor de sterke leerlingen heeft de leerkracht een verdiepingsopdracht die aansluit op het leerdoel en de gegeven instructie. Er is een minimumdoel voor de klas als geheel en een verdiepingsdoel voor de sterke leerlingen. 
Voor leerlingen die nog meer aankunnen is een aanbod vanuit de plusklas.



 
U vindt nog veel meer informatie over ons onderwijs in de schoolgids van de school.